Taal/ spelling
Taal/ spelling · 16. maart 2024
Een actieve werkvorm om te oefenen met woorden die beginnen met f of v. Iedere leerling krijgt een invulblad en de kaartjes worden door de klas verspreid. De leerlingen maken vervolgens tweetallen en zoeken een plekje waar één van hen blijft zitten. De andere leerling loopt door het lokaal en zoekt een kaartje. Hij loopt terug en leest het woord aan zijn maatje voor. Zijn maatje schrijft het woord op in de goede rij. Het woord wordt gecontroleerd en er wordt van rol gewisseld.
Taal/ spelling · 11. maart 2024
Ik heb deze werkvorm ontwikkeld voor groep 4. De kaartjes worden verspreid en alle leerlingen krijgen een invulblad. De leerlingen lopen langs de kaartjes en kijken welk woord goed is geschreven. Vervolgens schrijven ze de letter die voor dat woord staat op hun invulblad (bij het bijpassende plaatje). Achter de letter schrijven ze de correcte spelling van het woord. Wanneer alle letter zijn ingevuld, ontstaat er een vraag. Bij deze versie is de vraag: 'wat eet een konijn?'.
Taal/ spelling · 11. maart 2024
Een leuke werkvorm om te oefenen met samenstellingen. Leerling 1 pakt een kaartje van de stapel en geeft deze, zonder op het kaartje te kijken, door aan leerling 2. Leerling 2 leest vervolgens voor wat er op het kaartje staat. Leerling 1 schrijft het woord op. Is het goed? Dan mag leerling 1 het kaartje houden. Is het fout? Dan wordt het kaartje onderop de stapel gelegd. Pak je een kaartje met 'KABOOM' moet je twee kaartjes inleveren. De speler met de meeste kaartjes wint.
Taal/ spelling · 11. maart 2024
Dit spel gebruik ik regelmatig als taak voor in de weektaak. De leerlingen pakken een kaart en legoblokjes in de kleuren groen en blauw. Van onderaf beginnen de leerlingen met bouwen. Denken de leerlingen dat er een 'ei' op de plek van de stippen komt te staan, pakken ze een groen blokje. Denken ze dat er een 'ij' komt te staan, pakken ze een blauw blokje. Zo gaat dit bij elk woord. Uiteindelijk ontstaat er een toren. De leerkracht geeft de oplossing en de leerlingen controleren zichzelf.
Taal/ spelling · 10. december 2023
Met dit loopspel oefenen de leerlingen op een actieve manier met verkleinwoorden. Knip de kaartjes uit en schrijf de antwoorden op de achterkant. De leerlingen maken tweetallen en lopen door het lokaal met elk een eigen invulblad. Leerling 1 pakt een kaartje en laat het plaatje aan leerling 2 zien. Leerling 2 vertelt in welke rij het woord hoort (pje, je of tje). Leerling 1 controleert het antwoord. Vervolgens wordt het woord in de goede rij geschreven.
Taal/ spelling · 24. november 2023
Werk je met staal? Dan ken je de klankgroepenwoorden wel.
In groep 4 besteden wij hier veel aandacht aan. Elke dag klappen wij vier klankgroepenwoorden.
Met dit leerspel oefen je met klankgroepenwoorden en zijn de kinderen tegelijkertijd in beweging. Knip de kaarten en verspreid ze door de klas. Iedere leerling krijgt een invulblad. De kinderen lopen naar een kaartje, kijken wat er op het kaartje staat en klappen het klankgroepenwoord. Vervolgens schrijven ze hem in de goede rij.
Taal/ spelling · 05. november 2023
Een actieve werkvorm om te oefenen met zing-. lucht- en plankwoorden. Iedere leerling krijgt een invulblad en de kaartjes worden door de klas verspreid. De leerlingen maken vervolgens tweetallen en zoeken een plekje waar één van hen blijft zitten. De andere leerling loopt door het lokaal en zoekt een kaartje. Hij loopt terug en leest het woord aan zijn maatje voor. Zijn maatje schrijft het woord op in de goede rij. Het woord wordt gecontroleerd en er wordt van rol gewisseld. Dit herhaalt zich.
Taal/ spelling · 04. september 2023
Dit spel wordt in een tweetal gespeeld. De kinderen spelen een potje steen, papier, schaar. Wie wint, mag een vakje kiezen en hier het antwoord invullen. Na afloop wordt het blad nagekeken en degene met de meeste (en juiste) vakjes heeft gewonnen.
Per categorie (ei/ij, au/ou, s/z en f/v) zijn er meerdere versies gemaakt. Ook zijn er antwoordbladen aan het document toegevoegd.
Taal/ spelling · 25. augustus 2023
Knip alle kaartjes los en verspreid ze. De kinderen krijgen een invulblad met aan de ene kant een lijst voor woorden met 'ei' en aan de andere kant een lijst met 'ij'. De kinderen lopen in een tweetal langs de kaartjes. Eén leerling pakt het kaartje op en laat het plaatje zien aan zijn maatje. Het maatje vertelt met welke letter het woord geschreven wordt. Op de achterkant van de kaartjes heb ik de antwoorden geschreven. Het maatje controleert en het woord wordt in de goede rij geschreven.